'De herder met zijn kudde bevindt zich vaak in mooie ongerepte natuur. Getuigen daarvan de volgende foto's. De foto's zijn genomen door 'het oog van de herder' die deze natuurpracht tenvolle kan zien floreren.'

flora

Ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia)

Vleesetende plant, vangt muggen en kleine insecten. Voorkomen op zonnige open plaatsen op natte, voedselarme, zure grond, vaak tussen veenmos, heide en moerassen (hoogveen, veenmosrietland). In Vlaanderen kwetsbare en beschermde soort.

echt duizendguldenkruid (Centaurium erythraea)

Op zonnige, open tot grazige plaatsen op vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure tot basische (kalkrijke) grond. Groeiplaatsen: langs zonnige bospaden, bosranden, struwelen, kapvlakten, langs spoorwegen, zeeduinen (kort afgegraasd weiland in duinvalleien), grasland (laagblijvend hooiland), bermen, kalkhellingen en soms aan waterkanten. Algemeen in de duinen, elders Rode lijst: beschermd.



fauna

Luzernevlinder (Colias )

De luzernevlinder is een trekvlinder die ieder voorjaar vanuit Zuid-Europa en Noord-Afrika naar het noorden vliegt. Men kan deze hier waarnemen van maart - november op open, kruidenrijke terreinen, zoals bloemrijke graslanden, (luzerne)akkers, braakliggende grond en ruigten.

ladder populierenboktor (Saperda scalaris)

Deze kunnen aangetroffen worden in vochtige loofbossen van mei tot augustus. Vrij algemeen voorkomen.

boterbloempje (Pseudopanthera macularia)

Is een vlinder uit de familie van de spanners (Geometridae). Komt voor langs zonnige bosranden, open plekken in heidebos, droge gebieden en graslanden. Rups leeft op valse salie, dovenetel en munt.

roodbont heide - uiltje (Anarta myrtilli)

Dit is een vlinder uit de familie van de uilen (Noctuidae). Heidevelden zijn een echte habitat voor hen, de waardplanten van de rupsen zijn struikheide en dopheide. In België een zeldzame soort.

wespspin (agriope bruennichi)

Of de tijgerspin. Deze wielwebspin maakt een web tot 30cm breed tussen grashalmen en stengels. Het lievelingseten van de spin is de sprinkhaan, al zal ze zowat alles grijpen wat in de sterke, kleverige draden van haar web blijft vasthangen. Dat kunnen grote en sterke prooien zijn, zoals hommels of zelfs libellen en kevers. Voorkomen op graslanden en heidevelden, vrij algemeen in België van juli tot oktober.


fungi

vuurzwammetje (hygrocybe miniata)

Op humusrijke grond of strooisel in schrale duinweiden, heischrale graslanden en grazige plekken op heiden, soms in venen of loofbossen en gemengde bossen op zand- en veengrond. Hun kleur varieert van geel tot scharlaken of oranjerood.

zwartwordende wasplaat (Hygrocybe conica)

Voorkomen : juni - oktober; tussen arm grasland en mos, op grazige plaatsen is het bos.

Deze behoren bij de ecologisch hoog gewaardeerde groep van de wasplaten (Hygrocybe).

Wasplaten zijn plaatjeszwammen met dikke, wasachtige lamellen aan de onderkant van de hoed.
Veel wasplaten hebben vrij grote vruchtlichamen met heldere kleuren in alle nuances van rood, oranje en geel.
Het zijn wortelsaprofyten op grassen. Dat wil zeggen dat deze soorten zich voeden met de afgestorven wortels van grassen.

Ze worden ook wel de orchideeën onder de paddenstoelen genoemd.
Dat heeft te maken met hun opvallende mooie en kleurrijke verschijning maar ook met hun verbondenheid aan oude, onverstoorde schrale graslanden. Vele van deze soorten zijn erg kwetsbaar.

Literatuur: Paddestoelvriendelijk natuurbeheer, P.J. Keizer, knnv uitgeverij

 

gele knotszwam (clavulinopsis helveola)

Voorkomen tussen gras en mos in open bosranden, grazige bermen van wegen en dijken, hooiland, wasplatengrasland, op zand, lemig zand of kleiig zand. Matig algemeen, Rode Lijst (Gevoelig).


vogels

boompieper (Anthus trivialis)

Deze insectenetende zangvogel komt voor in droge gebieden,heidevelden en halfopen bos- en struikgebieden. Staat op de Vlaamse Rode lijst als bedreigd. In tegenstelling tot graspiepers gaan boompiepers vaak in een boom zitten. Vooral de zangvlucht van een boompieper is erg karakteristiek. Boompiepers zoeken hun voedsel vooral op de grond. Daar wordt ook het nest gemaakt; goed verscholen tussen de vegetatie.

nachtzwaluw (Caprimulgus europaeus)

De nachtzwaluw is een schemeractieve vogel. De soort komt in vrijwel geheel Europa als zomergast voor die broedt in heidevelden en halfopen bossen. Hij overwintert in Afrika, tot aan Zuid-Afrika toe. In België en Nederland is de nachtzwaluw een schaarse broedvogel van de hogere zandgronden. Staat op de Vlaamse Rode lijst als kwetsbare/bedreigde soort.

Onderzoek habitatgebruik van nachtzwaluwen: klik hier.

Onderzoek grondbroedende vogels na brand Kalmthoutse heide: klik hier.

 

roodborsttapuit (saxicola rubicola)

Roodborsttapuiten zijn vogels van open tot halfopen, vaak droge terreinen met enige struweelopslag of hoog opschietende kruiden, zoals heidevelden, duinen, rietland en ruigte. Het goed verborgen nest wordt op of net boven de grond gebouwd. Vanaf een uitkijkpost in het territorium wordt het grootste deel van het uit insecten en ander klein gedierte bestaande voedsel opgespoord.